Menu

Bij onderzoek naar ziekte- en gezondheidsgedrag wordt zelden de religiositeit van de patiënt bevraagd. Toch kan religiositeit een grote rol spelen in de preventieve en ook curatieve vraag. Uit dit onderzoek bij 2.688 Belgische patiënten bleek bijvoorbeeld dat sterk religieuze patiënten minder verslavings- en sociale problemen hebben. Sterk religieuze patiënten roken ook minder en eten gezonder. Het artikel pleit om in de huisartspraktijk rekening te houden met de religiositeit van de Belgische patiënten bij de diagnosestelling en therapeutische begeleiding. In een vroeger artikel werd reeds de...

Bij 851 Marokkaanse en 980 Turkse patiënten werd de relatie tussen religositeit, zorgvraag en gezondheidsgedrag onderzocht. Aan dit onderzoek namen 24 huisartsen deel. Bijna 90% van de onderzochte groep werd als sterk religieus ingeschat. Deze sterk religieuze patiënten vertoonden minder verslavings- en sociale problemen. Er werd ook een belangrijke associatie vastgesteld tussen religiositeit en risicofactoren. Gelovigen hielden er een gezondere levenswijze op na; zij aten gezonder en rookten beduidend minder. In de praktijk en ook bij wetenschappelijk onderzoek is het dus van belang met de...

In welke mate doen allochtonen een beroep op de huisarts om een medisch getuigschrift te bekomen en zijn er verschillen met de autochtone bevolking in Vlaanderen? Deze vraag was het uitgangspunt van een onderzoek waaraan vijfentwintig huisartsen deelnamen. In totaal werden 4.499 patiëntencontacten geregistreerd. Het bleek dat vooral jonge Turken significant meer om attesten vroegen dan Belgen. Bij de Marokkanen was de vraag het grootst in de groep van gepensioneerden en invaliden. Ongeacht de etnie bleken vooral studenten een medisch attest nodig te hebben en vrouwelijke patiënten het minst.

Onze samenleving wordt steeds kleurrijker en heterogener. Dit fenomeen is ook duidelijk te zien in de wachtkamer van de Vlaamse huisarts. Houden die verschillende etnische groepen er echter ook verschillende geneeskundige gewoonten op na? Omdat duidelijke gegevens ontbraken, werd een studie opgezet om de zorgvraagcijfers van Belgische, Marokkaanse en Turkse patiënten met elkaar te vergelijken. Hieruit blijkt dat vooral Turken hun consultatiegedrag meer en meer op dat van de Belgen afstemmen.

Empirisch onderzoek toonde reeds aan dat er verschillen zijn in de zorgvraag tussen allochtone en autochtone patiënten (zie Huisarts Nu 1993; 22 (6): 248-254). Maar zijn er ook verschillen in de al­lochtone bevolkingsgroep zelf? Voor Marokkanen bijvoorbeeld wordt zelden een onderscheid gemaakt tussen Berber en Arabieren. Nochtans verschillen beide etnische groepen op een aantal vlakken. Zo hebben Berberpatiënten een grotere preventieve zorgvraag, een actiever ziektegedrag, ze bezoeken meer religieuze genezers, melden zich later aan hij de huisarts en hebben ook meer sociale conflicten met onze...

Een onderzoek van tien jaar geleden werd onlangs, in 1994, herhaald om nieuwe inzichten te krijgen in het consulatiegedrag van Marokkaanse en Belgische patiënten. Een groepspraktijk te Borgerhout leende hiervoor opnieuw zijn huisartsen uit. Veel verschillen met 1984 werden niet gevonden. Wel blijken zelfmedicatie en de vraag naar secundaire preventie bij de Belgische patiënten hun ziekte gedrag meer op dat van de Belgen afgestemd: vooral jonge Marokkaanse vrouwen lijken hun weg naar de medische diensten te hebben gevonden. De gebrekkige talenkennis bij de Marokkaanse patiënten blijft evenwel...

In hoeverre komt de huisarts aan zijn migrantencliënteel tegemoet? Voorziet hij in aangepaste folders, affiches, woordenlijsten of in interculturele bemiddelaars of tolken? Dit onderzoek toont aan dat het op dit vlak maar pover is gesteld. Gemiddeld doet slechts één op drie van de huisartsen-met-migrantencliënteel een extra inspanning. Hierbij scoort Limburg een flink stuk hoger dan Vlaams Brabant: respectievelijk 50% tegenover 5% treft voor hen specifieke voorzieningen.

In de mei-editie verscheen het eerste deel van het onderzoek naar de zorgenvraag van de allochtone bevolking bij de huisarts. Dit tweede deel geeft de resultaten van het onderzoek dat door de auteurs zelf werd opgezet. Dat Marokkanen en Turken de huisarts minder consulteren dan de autochtone bevolking, wordt opnieuw bevestigd. Ook de consultfrequentie, het voorafgaand ziektegedrag en de ziektes zelf zijn verschillend tussen de etnische bevolkingsgroepen. Hoe de overheid de gezondheidsdiensten toegankelijker kan maken en hoe de huisartsenopleiding kan worden aangepast, kom t eveneens aan bod.

Marokkanen en Turken doen in ons land minder beroep op de huisarts dan de autochtone bevolking. Ze vertonen ook een ander klachtenpatroon; vooral de Marokkaanse bevolkingsgroep komt op consultatie omwille van welzijns- en sociale problemen. Inpassingsproblemen in onze maatschappij worden daarbij steeds belangrijker. Deze en andere bevindingen zijn het resultaat van een grondige literatuurstudie door de artsen De Muynck en Schillemans. De resultaten van een eigen onderzoek verschijnen in de volgende editie van Huisarts Nu.

Het kunnen meten van de gezondheidstoestand laat toe de geleverde zorgen te evalueren. Het ontwikkelen van een dergelijk meetinstrument is nochtans geen sinecure. Enkele artsen raapten echter de handschoen op. Hun onderzoek resulteerde in een vragenlijst bestaande uit vijf schalen waaruit een algemene gezondheidsindex kan worden afgeleid. Het instrument werd meteen toegepast om verschillen in de gezondheidstoestand tussen autochtonen en migranten te meten. De gebruiksvriendelijkheid en de beperkte kostprijs van het instrument laten de huisarts toe om ook zelf de gezondheidstoestand van zijn...